Als het over Scandinavische series gaat, staat mijn scoutingsapparaat er momenteel net zo bedroevend voor als die van Feyenoord. De laatste tijd ontdek ik de pareltjes pas als ze al lang en breed een miljoenencontract bij FC Barcelona hebben getekend. Zo was de eerste aflevering van Björnstad al zes maanden oud toen ik er op een serieforum over struikelde, hoorde ik pas van Kalifat toen Netflix ermee begon te vlaggen en ook het Deense DNA is op de één of andere manier volledig onder mijn radar doorgeschoten. Dat was wellicht nog acceptabel geweest als het een obscuur, low-budget serietje betrof, maar DNA is er één uit de koker van Torleif Hoppe. Als deze man – die als scenarioschrijver de nodige afleveringen van The Killing en The Bridge uit zijn pen perste – met nieuw werk komt, dan mag je van een ‘seriekenner’ verwachten dat hij daar bovenop zit. Ik beloof dan ook beterschap. Echt. Tot die tijd zet ik mijn ‘beter-laat-dan-nooit’-kaart in, want DNA is de moeite van het kijken meer dan waard.
Tweede kans
Rolf Larsen is een politieagent die – zoals het een zichzelf respecterende Scandinavische detective betaamt – worstelt met wat problemen in de persoonlijke sfeer. Na het tragische verlies van zijn dochtertje is hij een beetje afgegleden. Op de bank in slaap vallen tussen de lege pizzadozen en samengeknepen bierblikjes. Dat werk. Echter, door een opmerkelijke samenloop van omstandigheden wordt hij weer verantwoordelijk gemaakt voor een zaak die hij vijf jaar eerder niet op kon lossen. Altijd lekker, zo’n tweede kans. Niet alleen ontdekt hij een internationaal schandaal wat zijn weerga niet kent, hij krijgt ook het antwoord op een vraag die hem al jaren wakker houdt. Twee voor de prijs van één, daar wordt iedereen blij van. Of niet dan?
Atypische Scandinaviër
DNA is een ietwat atypische Scandinavische detectiveserie. Ondanks het pittige thema is het geen grimmige Nordic noir. Het heeft niet die beklemmende, donkere sfeer die we van series als The Bridge en The Killing kennen. Ook het tempo is aardig opgeschroefd en daardoor doet DNA soms een beetje denken aan de (semi) actieserie Below The Surface. Iedere aflevering gebeurt er wel wat. Het is zeker geen slow burner. Er wordt door scenarioschrijver Torleif Hoppe op meerdere borden geschaakt en sommige van die borden bevinden zich ook buiten de Deense landsgrenzen. Met verhaallijnen in Polen en Frankrijk heeft DNA net zo’n internationaal karakter als het eerder verschenen The Team. Op het eind komen alle verhalen – als ware het een boek van Harlan Coben – wel heel toevallig samen, maar dat is op de één of andere manier een stuk beter te behappen dan de volslagen belachelijke – bijna wiskundige – formules van series als The Stranger en Safe. Om maar even twee op Harlan Coben-series te noemen. Al met al is DNA dus een lekkere popcorndetective waar je prima een uurtje of zes op stuk kunt slaan. Sowieso als je een voorliefde koestert voor Scandinavische series.
– TV2
– 2019 – 2019
– 1 seizoen
– Atypische Scandinavische detectiveserie
– 50 minuten per aflevering
Them Next Post:
Mare Of Easttown