Heel veel worden ze niet gemaakt – waarschijnlijk omdat het productioneel en financieel nogal wat voeten in de aarde heeft – , maar door de decennia heen zijn we meer dan eens getrakteerd op zeer behoorlijke oorlogsseries. Tour Of Duty, Band Of Brothers, Unsere Mütter, Unsere Väter en The Heavy Water War, stuk voor stuk het kijken meer dan waard. Oorlog is een fascinatie voor velen en we hebben er in de korte geschiedenis van de mensheid al zo vaak een puinhoop van gemaakt, dat er voor schrijvers genoeg te kiezen valt. Meestal gaan ze voor de ‘populaire’ Tweede Wereldoorlog, maar zo heel af en toe wordt er ook eens een andere oorlog lekker in het zonnetje gezet. Zo besloot schrijver Evan Wright zich in 2003 als embedded journalist in een cargobroek te hijsen om zo verslag te doen van de inleidende beschietingen in de Irakoorlog. Zijn bevindingen schreef hij op in het boek Generation Kill en daar maakte HBO vervolgens weer een serie van.
Warrrr! Huh. Good God!
Na zijn poging om alle pleinen in Koeweit van een Saddam Hoessein standbeeld te voorzien en het structureel niet toelaten van wapeninspecteurs in Irak, zijn Bush Senior en Minister van Defensie Donald Rumsfeld er wel een beetje klaar mee, Saddam moet wieberen. Het stof van de in elkaar gezakte Twin Towers is nog niet gaan liggen of the war on terror wordt uitgeroepen en samen met Groot-Brittannië denderen de Amerikanen in hun tanks de Irakese grens over op zoek naar Saddam en zijn schuur vol massavernietigingswapens. Een groep mariniers – je weet wel, van die kerels die geen blikopener nodig hebben, omdat ze het deksel wel met hun titanium mannenbek van ‘t blik trekken – moet op verkenning uit om te kijken of de weg richting Bagdad wel veilig is. Dat laatste is in grote lijnen waar Generation Kill ongeveer over gaat. Zo’n beetje. Bij benadering.
Donald Trump
Laat je geen zand in de ogen strooien door het feit dat de geestelijk vader van The Wire, David Simon, deze in elkaar heeft geknutseld. Generation Kill heeft misschien wel de vorm – rauw en weinig opsmuk – maar zeker niet de inhoud van zijn eerdere kunststukje uit Baltimore. Eigenlijk zit je gewoon urenlang naar licht gefrustreerde alfamannetjes te kijken, die in de veiligheid van hun stoffige Hummer, onder het mom van locker room jokes, continu de meest racistische, homofobe en vrouwonvriendelijke bagger over hun lippen laten rollen. Het zou me dan ook niets verbazen als deze in Donald Trump’s top drie van beste series ooit zou staan, waarschijnlijk net onder de in slow motion rennende life guard Pamela Anderson. Je hoort hem thuis op de bank al naar z’n 300 inch plasma schreeuwen: Go boys! Show those fuckin’ towelhead camel jockeys who’s boss!
The real deal
Fans van Generation Kill zullen zeggen dat deze serie geweldig is, omdat het de verschrikking en troosteloosheid van oorlogvoeren zo duidelijk weergeeft. Jonge gasten die het land waar ze zich bevinden soms niet eens op de kaart aan kunnen wijzen, maar met een M16 in hun hand wel beslissen over het leven van diens inwoners. Kan. Zelf word ik niet echt super enthousiast van zeven afleveringen lang kijken naar wachtende soldaten. Ongeduldig wachtende soldaten, heel veel meer is Generation Kill eigenlijk niet. Wachten in het basiskamp, wachten in de auto, wachten in een verlaten woestijn, wachten aan de rand van een stad. Wachten. Heel veel wachten. Je kijkt naar een tergend trage roadtrip richting Bagdad zonder nachten doorhalen in obscure titty bars, zonder uit je pan van de LSD Mike Tyson’s tijger ontvoeren, zonder ook maar iets van een twist of invalshoek wat dit een goed kijkbare serie maakt. Hoe deze op IMDb een 8.6 bij elkaar heeft weten te sprokkelen is mij dan ook een raadsel. Tuurlijk, het is een HBO serie, dus kwalitatief is alles dik in orde, maar inhoudelijk is het voor mij te magertjes om echt te boeien.
– HBO
– 2008 – 2008
– 1 seizoen
– De invasie van Irak door de stars ‘n stripes
– 60 minuten per aflevering
This Is Us Next Post:
Atlanta