Frank Castle A.K.A. The Punisher. Voor mij was hij het lichtpuntje in een reeks van nogal teleurstellende, door Netflix gelanceerde Marvel-helden. In 2015 trapte de Amerikaanse streamingdienst haar ambitieuze Defenders-project af met het zeer geslaagde, eerste seizoen van Daredevil en even leek het alsof ze goud in handen hadden. Dat gevoel werd alleen nog maar versterkt toen een half jaar later ook de heerlijk onderkoelde Jessica Jones haar met roestvrij staal doorvlochten vuisten liet spreken. De kritieken waren lovend, dit moest haast wel het magnum opus van het hedendaagse superheldengenre worden! Nou, niet dus.
Hoe lekker die sudderende Harlem-vibe van Luke Cage – Defender nummer drie – ook was, het kon niet verbloemen dat een groot gedeelte van de schrijversstaf overduidelijk wat atv-dagen te veel had opgenomen. Het verhaal zat vol onvolkomenheden en rammelde aan alle kanten. Het bleek slechts de opmaat voor nog veel meer tandenknarsen. De man die het vechtkwartet met veel bombarie moest completeren, Iron Fist, faalde op alle fronten en ook de serie die de kroon op het werk had moeten worden, The Defenders, bleek niet groter dan de som der delen. Een anticlimax zelfs.
Maar gelukkig was daar Frank. Terwijl Daredevil, in een zeer matig tweede seizoen, de ideale schoonzoon probeerde uit te hangen, gebruikte The Punisher zijn screen time om alles neer te maaien wat er op zijn pad kwam. De tactiek van de verschroeide aarde. Als er ergens nog een hartslag waarneembaar was, dan was de klus niet geklaard. The Punisher ramde zich niet alleen een weg door de krakende karkassen van zijn opponenten, hij ramde zich een weg naar ons hart. Het was dan ook een kwestie van tijd voordat Netflix hem zijn eigen serie zou geven en dat heugelijke moment is nu daar.
Guess who’s back
Nadat hij korte metten heeft gemaakt met de mannen die op beestachtige wijze zijn gezin hebben afgeslacht, besluit Frank zijn leven als onverwoestbare commando definitief de rug toe te keren. Voortaan gaat hij met een trommeltje boterhammen met leverworst richting de bouwplaats om daar, onder een nieuwe naam en in complete anonimiteit, wat muurtjes te metselen. Okay, om daar met een gigantische voorhamer wat muurtjes aan puin te slaan. Al die opgekropte woede en verdriet moet immers geventileerd worden en in een cirkeltje bij een praatgroep is niks voor Frank.
Frank is dan misschien wel klaar met zijn verleden, zijn verleden is dat nog niet met hem. Zonder het te weten is hij een belangrijke spil in een militaire doofpotaffaire die het daglicht niet kan verdragen. Wanneer het deksel wordt gelicht moet Frank zijn houthakkersblouse en gele veiligheidshelm weer inruilen voor een kogelwerend vest en een wapenarsenaal waar de gemiddelde Zuid-Amerikaanse guerrillabeweging van zou watertanden. Krrrrakaka!
Platte, onversneden actie
Het gaat te ver om te zeggen dat The Punisher de wederopstanding is van de Marvel-catalogus bij Netflix, maar op de Defenders-schaal nestelt hij zich comfortabel in de buurt van het eerste seizoen Daredevil en Jessica Jones. Qua niveau dan, want verder heeft The Punisher zichzelf redelijk los weten te zingen van zijn voorgangers. Door het ontbreken van super powers, (anti)helden in gekunstelde latex pakjes en bad guys die bijna een karikatuur van zichzelf zijn geworden, voelt The Punisher meer als een lekkere no-nonsense actieserie met een grimmig randje. Ook prima kijkvoer voor mensen die weinig op hebben met het zogenoemde superheldengenre dus.
Als je Castle met een glimlach van oor tot oor zijn sniper rifle door ziet laden, dan begrijp je wel waarom Netflix de release, die onfortuinlijk gepland stond ten tijde van die krankzinnige mass shooting in Las Vegas, even wat weken heeft uitgesteld. Met enige regelmaat hoor je het geluid van krakende botten in stereo door je woonkamer schallen en gutst het bloed veelvuldig langs je beeldscherm. Prima over the top gewelddadigheid die meer dan eens doet denken aan de scène waarin Wilson Fisk de deur van zijn Chevy gebruikt als notenkraker. Voor iemand z’n hoofd. In tegenstelling tot Daredevil en Iron Fist is The Punisher niet de ideale schoonzoon, hij heeft zijn eigen signatuur – lees: schijt aan alles – en dat is wat dit een lekkere serie maakt.
Mand!
Toch is het niet allemaal langzaldielevenhieperdepiepindegloria. Ik zou mezelf niet zijn als er ook niet wat te zeiken viel. Geheel in lijn met zijn voorgangers perst ook The Punisher er in het eerste seizoen dertien afleveringen uit. Lekker consistent van Netflix natuurlijk, maar ik denk dat het de serie ten goede was gekomen als ze het iets korter en bondiger hadden gehouden. Het is gewoon te weinig verhaal voor ruim elf uur televisie. Als ze alle valse lucht eruit hadden geperst, dan was het pas echt een rammer geworden die je hyperventilerend op de bank achterlaat. Vind ik dan.
Achilleshiel
Een ander punt waarin The Punisher niet afwijkt van Iron Fist & co is het matige acteerwerk. Dat blijft toch wel de achilleshiel van al die Marvel-series van Netflix. Apart, want voor de meeste van hun producties is dit altijd dik in orde. Als je voor Mindhunter, Ozark en The Crown een meer dan redelijke cast bij elkaar weet te sprokkelen, dan moet dat voor een titel als The Punisher toch ook wel lukken? Frank Castle en zijn partner in crime, David “Micro” Liebermann, weten zich nog wel aan de algehele malaise te onttrekken, maar het merendeel van de cast scoort niet meer dan een mager zesje. Afgerond naar boven. Het is jammer, maar niet het einde van de wereld. Series als dit kijk je natuurlijk niet voor de indrukwekkende volzinnen, maar voor de bloedspatten aan de muur en die zijn er genoeg. Ben jij dus wel even toe aan wat grommend gerol met spierballen, dan is The Punisher een prima tussendoortje vol gebroken jukbeenderen.
– Netflix
– 2017 – 2019
– 2 seizoenen
– Je moet niet fokken met een licht ontvlambare commando
– 50 minuten per aflevering
The Sinner Next Post:
She’s Gotta Have It