Er zijn – als het om de positie van vrouwen gaat – nogal wat dingen ongelofelijk in onze door (witte) mannen geannexeerde wereld. Ja, dit wordt een links stukje deugtekst, dus als je eerder dit jaar met je volle verstand Forum voor Democratie hebt gestemd, dan moet je misschien maar even ergens in een hoekje wat voor jezelf gaan doen. Het is bijvoorbeeld ongelofelijk dat vrouwen – voor hetzelfde werk – vaak minder betaald krijgen dan mannen. Topfuncties worden doorgaans vergeven binnen het old boys netwerk en als een vrouw dan eindelijk de belangrijkste stoel in de directiekamer van een multinational weet te bemachtigen, dan komt de gemiddelde krant vaak niet verder dan een ‘ludieke’ kop als: Moeder van drie nieuwe directeur Tata Steel. Of iets anders onpersoonlijks, waarbij in ieder geval maar niet de naam van de vrouw in kwestie genoemd hoeft te worden. Ongelofelijk.
Het is ongelofelijk dat er landen zijn waar een groep wijze mannen heeft besloten dat vrouwen die autorijden of voetbalwedstrijden bezoeken strafbaar zijn. En kom nu niet met “ja, maar dat is het Midden-Oosten”, in de zuidelijke staten van Amerika vindt hetzelfde soort mannen dat het afbreken van een zwangerschap gelijk staat aan moord en dat vrouwen die een abortus ondergaan navenant gestraft dienen te worden. Gekkenhuis. Het is ongelofelijk dat de lengte van je rok of de diepte van je decolleté voor sommigen een graadmeter is of je lastiggevallen mag worden of niet. Net zo ongelofelijk als het feit dat we blijkbaar een televisiecommercial met escape plan nodig hebben om te voorkomen dat onze dochters, zussen en vriendinnen tijdens een avondje stappen worden aangerand.
En als het dan toch gruwelijk misgaat, als die grootste nachtmerrie werkelijkheid wordt en het slachtoffer al haar moed bij elkaar moet rapen om haar verhaal te vertellen, dan is het nog maar de vraag of mensen haar ook daadwerkelijk geloven. We zagen het toen Brett Kavanaugh’s imago en carrière als beoogd opperrechter voor het Amerikaanse hooggerechtshof belangrijker werden geacht dan het trauma van Christine Blasey Ford. Ongelofelijk. We zagen het in Surviving R. Kelly, toen er pas beweging in de zaak tegen de zanger kwam, nadat een groep dappere vrouwen geen andere uitweg zag dan gezamenlijk hun diepste pijn – ten overstaan van de hele wereld – te etaleren. Ongelofelijk. En nu zien we het in een nieuwe Netflix Original waar iedereen met een werkend moreel kompas uit pure frustratie van tegen het plafond zou moeten klimmen. Het is het waargebeurde verhaal van de 18-jarige Marie Adler die een hoop (extra) ellende bespaard had kunnen blijven als twee vooringenomen detectives hun werk gewoon wat beter hadden gedaan. Ongelofelijk. Unbelievable.
Gekmakende whodunnit
Je kunt Unbelievable gemakshalve in twee verhaallijnen opdelen. Aan de ene kant is het een whodunnit, waarin twee belachelijke stoere, vrouwelijke detectives de krachten bundelen in hun zoektocht naar een onverschrokken serieverkrachter. Normaal gesproken bespreek ik pas in de laatste alinea wat ik goed vond aan een serie, maar laten we nu meteen maar even stilstaan bij hoe fokking fantastisch de chemie tussen Toni Collette (detective Rasmussen) en Merritt Wever (detective Duvall) is. Mein Himmel. Zo één keer in de zoveel tijd komt er een serie voorbij, waarin één of meerdere acteurs in gierende bloedvorm verkeren. Unbelievable is zo’n serie en Collette en Wever zijn het schitterende middelpunt. Wat een duo. Ze lijken bij vlagen wel op Jonk en Bergkamp in hun oude Ajaxtijd: perfect complementair aan elkaar. Maar goed, een whodunnit dus. Aan de andere kant is Unbelievable het gekmakende verhaal van Marie Adler – meer dan verdienstelijk gespeeld door Kaitlyn Dever – een 18-jarig meisje dat iets meemaakt wat geen enkele vrouw mee zou moeten maken. Het schijnt licht op de hartbrekende gevolgen van verkrachting: de pijn, de schaamte, de angst en onzekerheid en (soms) het wantrouwen van de buitenwacht. Is het wel echt gebeurd? Heeft ze niet alles uit haar duim gezogen? Is dit niet gewoon een zieke manier van aandacht vragen? Vragen waar je op het meest kwetsbare moment in je leven wel zonder kunt.
EO-jongerendag
Na het zien van de trailer kan de indruk ontstaan dat Unbelievable garant staat voor zes uur lang een knoop in je buik. Natuurlijk gaat het over een zwaar onderwerp en natuurlijk wil je zo nu en dan uit ongecontroleerde woede je televisie vanaf drie hoog uit het raam flikkeren, maar uiteindelijk is de serie – die gebaseerd is op het Pulitzer Prijs winnende artikel An Unbelievable Story of Rape – toch beter kijkbaar dan je op voorhand misschien zou verwachten. Met name het speurwerk van Rasmussen en Wever zorgt met enige regelmaat voor de nodige afleiding. De boel is dus prima in balans en dat is niet makkelijk als je aan de slag gaat met zo’n beladen thema. In de laatste aflevering wordt op de valreep nog even benadrukt dat dit een serie is uit de koker van een Amerikaanse streamingdienst. Er wordt nog net niet met z’n allen – hand in hand – Kumbaya My Lord gezongen bij een gemoedelijk knisperend kampvuur, maar heel veel scheelt het niet. Leuk voor de EO-jongerendag, maar Unbelievable had een iets minder gedramatiseerd, tranentrekkend slot verdiend. Zeven afleveringen houden ze het sober en weten ze die Amerikaanse drang naar melodrama de kop in te drukken en in de laatste ronde schieten ze alsnog uit de bocht. Jammer, was niet nodig geweest. Al was die middelvinger naar de detectives in de zaak van Marie Adler wel even lekker. Die falende Waldorf en Statler zijn in ieder geval het levende bewijs dat er geen enkele reden is om verschillende salarisstroken uit te delen aan mannen en vrouwen. Nu de rest nog.
– Netflix
– 2019 – 2019
– 1 seizoen
– Never sent two men to do a two women’s job
– 50 minuten per aflevering